Examples of using "Начинаю" in a sentence and their dutch translations:
De herinneringen beginnen naar boven te komen.
Ik start morgen.
Dan word ik een beetje claustrofobisch.
Ik begin moe te worden.
Ik begin morgen.
Ik begin te praten.
Ik begin het te begrijpen.
Ik krijg stilaan honger.
Ik begin Duits te leren.
Ik begin Frans te leren.
- Ik begin dorst te krijgen.
- Ik krijg dorst.
Ik begin vanavond.
Ik word moe.
- Ik start morgen.
- Ik begin morgen.
Ik begin te beseffen dat het onmogelijk is.
Ik begin te beseffen dat het onmogelijk zal zijn.
Ik word ouder.
Wanneer ik begin te koken, is hij altijd verdwenen.
Ik begin te vermoeden dat ik de liefde van mijn leven ben.