Examples of using "встретимся" in a sentence and their dutch translations:
Laten we overmorgen samenkomen.
Waar zien we elkaar?
- Waar zien we elkaar?
- Waar ontmoeten we elkaar?
- Waar spreken we af?
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
Laten we om half drie afspreken.
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
Uiteindelijk zullen we elkaar vandaag ontmoeten.
Ik zie jullie in Korea!
Wanneer en waar zullen wij elkaar ontmoeten?
Ik zie je daar om ongeveer 2:30.
We zoeken de dorpsoudste... ...die me moet ontmoeten om de vaccins in ontvangst te nemen.
Zou ik u vanavond kunnen zien?