Examples of using "девочки" in a sentence and their dutch translations:
- De meiden wonnen.
- De meisjes wonnen.
De meisjes begonnen te lachen.
De meisjes werken.
De meisjes zijn verlegen.
Waar zijn de meisjes?
Kleine meisjes huilen.
De meisjes begonnen te vechten.
Ze zijn verstandige meisjes.
- Schiet op, meisjes.
- Schiet op, meiden.
Het meisje heeft een muis.
Meisjes, waar is jullie moeder?
Haar gedrag is ongebruikelijk voor een jongedame.
Waar zijn de meisjes?
- Beide meisjes lachten.
- Beide meisjes hebben gelachen.
Alle jongens en meisjes kennen Columbus.
Jongens en meisjes spelen in de tuin.
Ze zijn verstandige meisjes.
De meisjes zaten naast elkaar.
Goede meisjes gaan naar de hemel, slechte meisjes gaan naar overal.
De ogen van dit meisje zijn blauw.
Toen ik naar beneden in de tuin ging, waren daar twee kleine meisjes madeliefjes aan het plukken.
Meisjes houden ervan vadertje en moedertje te spelen.
Meiden, jullie hebben het hartstikke goed gedaan. Jullie hebben deze overwinning eerlijk verdiend.