Examples of using "Volto" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.
Ik ben zo terug.
Om zes uur ben ik terug.
Ik kom terug.
- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.
Ik ben zo terug.
Ik ben over een half uur terug.
Ik ben zo terug.
Ik ben zo terug.
Ik kom terug voor zes uur.
Ik ga iedere dag vroeg naar huis.
Ik moet boodschappen doen. Ik ben over een uur terug.
Ik moet boodschappen gaan doen, ik ben er over een uur weer.
- Ik ben over een half uur weer daar.
- Ik ben over een half uur terug.