Examples of using "Voltarei" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben zo terug.
- Ik kom terug.
Om zes uur ben ik terug.
- Ik zal terug zijn om 2:30.
- Ik ben terug om half drie.
- Ik ben om half drie terug.
Ik kom nooit meer terug.
Ik ben zo terug.
Om zes uur ben ik terug.
- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.
Ik ben zo terug.
Ik denk dat ik snel terug kom.
Ik kom terug voor zes uur.
Ik kom terug. Ik beloof het.
Ik ben zo terug.
- Ik bel om 4 uur terug.
- Ik zal om vier uur opnieuw bellen.
Straks meer hierover.
Ik kom terug.
Ik ben zo terug.
Ik zal morgen terugkomen om je te zien.
Ik kom morgen terug als er niets tussenkomt.
Ik zal niet meer terugkomen.
Ik kom overmorgen terug naar Australië.
- Ik moet inkopen gaan doen, ik ben over een uur terug.
- Ik moet boodschappen doen. Ik ben over een uur terug.
Ik moet boodschappen doen. Ik ben over een uur terug.
- Ik ben over een half uur weer daar.
- Ik ben over een half uur terug.
Ik weet niet precies wanneer ik terug zal zijn.
Ik moet boodschappen doen. Ik ben over een uur terug.