Examples of using "Sonhando" in a sentence and their dutch translations:
Droom ik?
- Ik droomde.
- Ik was aan het dromen.
Jullie zijn aan het dromen.
- Droomt Tom?
- Is Tom aan het dromen?
Tom was aan het dagdromen.
- Tom is aan het dromen.
- Tom droomt.
Waarover droomde je?
Ik kneep mezelf om er zeker van te zijn dat ik niet droomde.
Ik heb over hem gedroomd.