Translation of "Nublado" in Dutch

- Está nublado hoje.
- Hoje está nublado.

Het is bewolkt vandaag.

- Ontem estava nublado.
- Estava nublado ontem.

Gisteren was het bewolkt.

Está nublado.

Het is bewolkt.

Estava nublado ontem.

Gisteren was het bewolkt.

Está nublado hoje.

Het is bewolkt vandaag.

Vai ficar nublado.

Het zal bewolkt zijn.

O céu está nublado.

De lucht is bewolkt.

O céu estava nublado.

De lucht was bewolkt.

Estava nublado essa noite.

Het was die nacht bewolkt.

De manhã, o céu estava claro, agora está nublado.

Vanochtend was de lucht helder, nu is het bewolkt.

O céu está nublado; de vez em quando o sol aparece.

De hemel is bewolkt, af en toe komt de zon tevoorschijn.

- Hoje está mais nublado do que ontem.
- Há mais nuvens hoje do que ontem.

Er zijn vandaag meer wolken dan gisteren.