Examples of using "Netos" in a sentence and their dutch translations:
- Hoeveel kleinkinderen heb je?
- Hoeveel kleinkinderen heeft u?
- Hoeveel kleinkinderen hebben jullie?
De muizen hebben geen kleinkinderen.
De zonen, kleinzonen en achterkleinzonen van een koning zijn prinsen.
Laat grootouders de stemmen van hun kleinkinderen horen via de telefoon.
Kleinkinderen kunnen voor de grootouders een grote bron van vreugde zijn.