Translation of "Melancia" in Dutch

- Eu gosto de melancia.
- Gosto de melancia.

Ik hou van watermeloen.

- Vamos comer uma melancia!
- Comamos uma melancia!

Laten we een watermeloen eten!

Você comprou melancia?

Heb je een watermeloen gekocht?

- Eu gosto de comer melancia.
- Gosto de comer melancia.

Ik eet graag watermeloen.

Vamos comer uma melancia!

Laten we een watermeloen eten!

Maria está carregando uma melancia.

Mary draagt een watermeloen.

A melancia é cheia de água.

Een watermeloen zit vol water.

Nunca vi uma melancia tão gigante!

Ik heb nog nooit zo'n gigantische watermeloen gezien!

Eu gosto do sabor de melancia.

Ik hou van de smaak van watermeloen.

O Tom queria outro pedaço de melancia.

Tom wilde nog een stukje watermeloen.

Em breve será a temporada da melancia.

Binnenkort begint het watermeloenenseizoen.

Uma melancia é deliciosa em um dia quente.

Watermeloen smaakt heerlijk op een hete dag.