Examples of using "Horário" in a sentence and their dutch translations:
Moet men dat in uurwijzerzin of in tegenuurwijzerzin draaien?
- Het vliegtuig steeg op tijd op.
- Het vliegtuig vertrok op tijd.
Deze uitzending is op een te laat uur geprogrammeerd.
- De volgende zondag begint de zomertijd.
- De volgende zondag begint het zomeruur.
- De volgende zondag eindigt de zomertijd.
- De volgende zondag eindigt het zomeruur.