Translation of "Geladeira" in Dutch

Feche a geladeira.

Doe de koelkast dicht.

Está na geladeira.

Het is in de koelkast.

Há leite na geladeira.

- Er is melk in de koelkast.
- Er staat melk in de koelkast.

A geladeira está fechada.

De koelkast is dicht.

A geladeira está vazia.

De koelkast is leeg.

A geladeira está aberta.

- De koelkast staat open.
- De koelkast is open.

A geladeira está suja.

De koelkast is vies.

- Eu tenho que consertar a geladeira.
- Tenho que consertar a geladeira.

Ik moet de koelkast repareren.

- Não tenho nada na geladeira.
- Eu não tenho nada na geladeira.

Ik heb niets in mijn koelkast.

- Eu nunca vi uma geladeira vermelha.
- Eu nunca via uma geladeira vermelha.

Ik heb nog nooit een rode koelkast gezien.

Há muita comida na geladeira?

Is er veel eten in de koelkast?

O leite está na geladeira.

De melk is in de koelkast.

A pequena geladeira está suja.

De kleine koelkast is smerig.

Não sobrou nada na geladeira.

Er bleef niets in de koelkast over.

Pegue um ovo na geladeira.

Neem een ei uit de koelkast.

Há uma garrafa na geladeira.

Er ligt een fles in de koelkast.

A geladeira está completamente vazia.

De koelkast is helemaal leeg.

Eu nunca vi uma geladeira vermelha.

Ik heb nog nooit een rode koelkast gezien.

Eu só tenho manteiga na geladeira.

Ik heb alleen boter in de koelkast.

Eu não pude consertar essa geladeira.

Ik heb de koelkast niet kunnen herstellen.

Tem alguma coisa para beber na geladeira?

Is er iets te drinken in de koelkast?

Os ovos podem ser mantidos fora da geladeira?

Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?

Tom tirou o suco de laranja da geladeira.

Tom nam het sinaasappelsap uit de koelkast.

- Tom abriu o refrigerador.
- Tom abriu a geladeira.

Tom opende de koelkast.

- Tom abriu o refrigerador.
- O Tom abriu a geladeira.

Tom opende de koelkast.

Pode pegar o que quiser de dentro da geladeira.

Pak maar wat je wilt uit de koelkast.

- A porta da geladeira estava aberta.
- A porta do refrigerador estava aberta.

De koelkastdeur stond open.

- Eu nunca vi uma geladeira vermelha.
- Eu nunca vi um refrigerador vermelho.

Ik heb nog nooit een rode koelkast gezien.

Ei, isso aqui ficou fora, na mesa de jantar, o dia inteiro? Isso tem que ir para a geladeira senão vai estragar.

Hee, heeft dit de hele dag buiten op de eettafel gestaan? Dit moet in de koelkast om niet te bederven.

- Tom comeu parte do presunto, e então colocou o resto no refrigerador.
- Tom comeu parte do presunto, e então colocou o resto na geladeira.

Tom at een deel van de ham en legde toen de rest in de koelkast.