Examples of using "Custam" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel kosten ze?
Hoeveel kost die broek?
Hoeveel hebben de tickets gekost?
Wortels kosten drie dollar.
Vier meter van deze stof kost negen frank; dus twee meter kost vier en een halve frank.
Vier meter van deze stof kost negen frank; dus twee meter kost vier en een halve frank.
Hoeveel kost die broek?