Examples of using "Amam" in a sentence and their dutch translations:
- Hou je niet van de Latijnse taal?
- Houdt u niet van de Latijnse taal?
- Houden jullie niet van de Latijnse taal?
Houden ze van elkaar?
- Ze houden van ons.
- Zij houden van ons.
- Ze houden van ons.
- Zij houden van ons.
Hou je van elkaar?
Iedereen houdt van haar.
Iedereen houdt van hem.
Ze houden van elkaar.
Ze houden van muziek.
Ze houden van me.
Jullie houden van elkaar!
Iedereen houdt van zijn land.
- Ze houden van Tom.
- Ze hebben Tom graag.
Ouders houden van hun kinderen.
Mijn ouders houden van me.
Muggen houden van mij.
Ouders houden van hun kinderen.
- Mijn ouders zien mij heel graag.
- Mijn ouders houden echt van mij.
Mensen houden van vrijheid.
- Gelukkig zij die van bloemen houden.
- Blij zijn zij die van bloemen houden.
Jullie houden van elkaar, niet?
Hou je van mij?
Zij houden van muziek.
- Daar houden ze van.
- Ze houden daarvan.
Zij houden van koffie.
Het zijn niet uitsluitend de oosterlingen die dol zijn op metaforen en vergelijkingen.
Iedereen houdt van Tom.
Zij houden van koffie.
Hou je van je kinderen?