Examples of using "Advogado" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben advocaat.
Bent u advocaat?
Ik ben advocaat.
Hij is advocaat.
- Ik heb een kozijn die advocaat is.
- Ik heb een neef die advocaat is.
Tom wil advocaat worden.
- Ik heb een advocaat nodig.
- Ik wil een advocaat.
Ik wil een advocaat.
We gaan een advocaat nodig hebben.
U bent geen advocaat.
Tom is mijn advocaat.
Jim is geen advokaat, maar dokter.
Jim is geen advokaat, maar dokter.
Ik moet een andere advocaat nemen.
Hij is een kundig advocaat.
Tom wil advocaat worden.
Zijn zoon wil advocaat worden.
Tom heeft een goede advocaat nodig.
Tom is een succesvol advocaat.
- Zijn vader schijnt advokaat te zijn.
- Het schijnt dat zijn vader advocaat is.
Ik betwijfel dat hij advocaat is.
De advocaat betwijfelde zijn onschuld.
Ik heb een goede advocaat nodig.
De advocaat voerde een kundige verdediging.
Ik ben van plan advocaat te worden.
Ik heb geen advocaat nodig.
Ik belde mijn advocaat.
Ik wilde met mijn advocaat spreken.
- Wat is de naam van je advocaat?
- Wat is de naam van uw advocaat?
Mijn broer is de advocaat van zijn vader.
Tom is te arm om een advocaat in te huren.
Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.
- Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn.
- Ik heb het gevoel dat u een heel goede advocaat zult zijn.
Ik ben de advocaat van haar familie.
De advocaat stelde dat Tom geestesziek en niet volledig toerekeningsvatbaar is.