Examples of using "Primo" in a sentence and their dutch translations:
- Hij is mijn neef niet.
- Hij is niet mijn neef.
- Ik heb een kozijn die advocaat is.
- Ik heb een neef die advocaat is.
Tom is mijn neef.
- Hij is mijn neef niet.
- Hij is niet mijn neef.
Morgen komt er een verre neef.
- Tom kuste mijn neef.
- Tom kuste mijn nicht.
- Tom kuste zijn neef.
- Tom kuste zijn nicht.
Mijn neef is goed in goocheltrucs.
Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.
John is niet mijn broer maar mijn neef.
Mijn neef is iets ouder dan ik.
- Morgen komt er een verre neef.
- Morgen komt er een verre nicht.
- Luke, ik ben je neef.
- Luke, ik ben je nicht.
Haar neef woont in Europa.
Drie dagen geleden heb ik je neef een bezoek gebracht en mijn bezoek deed hem genoegen.
Zijn eigen neef Hjorvard deed een verrassingsaanval op de hal van de koning.