Examples of using "Abriu" in a sentence and their dutch translations:
Tom opende het.
De deur ging open.
Het raam ging open.
Tom opende de koelkast.
Tom opende de koelkast.
Ze deed haar ogen open.
Tom opende de gordijnen.
Tom opende een raam.
Tom opende de kluis.
Hij opende de deur.
Iemand heeft de deur opengedaan.
Tom opende het bier.
Tom opende de doos.
- Ze trok de deur open.
- Ze deed de deur open.
- Zij opende de deur.
Tom opende nog een biertje.
Tom opende zijn mond.
Waarmee hebt ge het geopend?
Tom opende zijn laptop.
Tom opende een biertje.
Snel opende ze de brief.
Waarmee hebt ge het geopend?
Hij opende de rits van de tas.
Tom opende een blik tonijn.
Tom opende alle drie de brieven.
Tom opende de pizzadoos.
Ze duwde de deur open.
De buschauffeur opende de deur.
Mijn moeder deed de deur voorzichtig open.
Tom opende zijn ogen en keek in het rond.
Tom opende de deur en deed het licht aan.
...en in 1972 opende hij het eerste slangenpark van het land.
De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was.
Die documentaire over de milieucrisis was een echte revelatie.
Ze gaf hem zijn jasje, opende vervolgens de deur en vroeg hem te vertrekken.