Examples of using "Para" in a sentence and their dutch translations:
Kijk eens aan!
Stop.
Stop.
"Voor hoeveel personen?" "Voor drie."
Enkel voor volwassenen.
Het is voor jou.
Stuur het naar me op.
Kijk me aan.
- Aan de kant.
- Ga aan de kant.
- Opzij.
- Opschuiven.
- Kijk achter je!
- Kijk achter je.
- Vraag hen.
- Vraag het aan hen.
- Alleen voor volwassenen.
- Enkel voor volwassenen.
Breng het naar mij.
Achteruit.
Achteruit.
...naar Rocha brachten.
Naar beneden?
Waarvoor?
- Ga!
- Vooruit!
- Go!
- Voorwaarts!
Stop!
Om uit de schaduwen in het licht te komen.
We gaan naar beneden en naar rechts.
- Ik heb me naar huis gehaast.
- Ik haastte me naar huis.
- Stop met klagen.
- Hou op met klagen.
Werk om te leven, leef niet om te werken.
- Ik heb hem opgebeld.
- Ik belde hem.
Ik leef om te eten; ik eet niet om te leven.
Kijk op de kaart.
Zijn ze gereed om te praten?
Ik heb koffie voor je gezet.
Welke kant draait de Aarde op? Naar rechts of naar links?
Wil je wat eten?
...ik heb er eten mee gedragen en eten mee in de bomen gehangen.
We eten om te leven, we leven niet om te eten.
Hij ging naar Oostenrijk om muziek te studeren.
Sadako glimlachte naar hen.
Ben ik klaar om te gaan?
Het is te vroeg om naar bed te gaan.
Heb je hem gebeld?
Je loog tegen me!
- Kijk naar de lucht.
- Kijk naar de hemel.
Ga naar binnen.
Hij was te dronken om naar huis te rijden.
Ik ga naar huis.
Zeg dat niet aan mij maar aan Tom.
Dit is een film voor volwassenen, niet voor kinderen.
Niets is voor eeuwig.
Zij logen tegen me.
Ik ben hier gekomen om je te helpen.
Ik moet naar Portugal telefoneren.
Mijnheer Ou is naar Japan gekomen om Japans te leren.
Die zijn alleen voor jou.
Meenemen of hier opeten?
...om naar de andere kant te komen.
Vis is voor de overlever...
Zoals deze.
Kijk maar.
Klaar voor de extractie.
Kijk recht vooruit.
Er is telefoon voor u.
Ze hebben tegen je gelogen.
Ik ga naar huis.
- Het is etenstijd.
- Aan tafel!
Ga naar huis!
- Kan je zien?
- Kunt u zien?
- Kunnen jullie zien?
Verdeel en heers.
Bel naar huis!
- Haast je naar huis.
- Kom snel naar huis.
- Laat ons naar beneden gaan.
- Laten we naar beneden gaan.
Laat maar!
Enkel voor volwassenen.
Het gaat regenen.
- Wijk achteruit, Satan!
- Achteruit, Satan!
Laten we naar huis gaan!
Waarvoor?
Hoeveel overnachtingen?
- Au! Hou daarmee op!
- Dat doet pijn! Hou ermee op!
Om mee te nemen?
Ga terug naar binnen.