Examples of using "Woli" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb gelogen tegen mijn wil in.
Waar wilt u graag zitten?
- Ze heeft liever bier dan wijn.
- Ze houdt meer van bier dan van wijn.
Wat wilt ge: koffie of thee?
Wat heeft u liever: rijst of brood?
Wat mag u liever, thee of koffie?
Een kleine sprinkhaanmuis kan maar beter oppassen.