Examples of using "Tygodniu" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zwem eenmaal per week.
- Ik zwem één keer per week.
Haar vader is vorige week overleden.
Bill komt volgende week terug.
Ik heb het vorige week gekocht.
Ik zie haar een keer per week.
Ik heb veel gewerkt deze week.
De oude man is vorige week overleden.
Ik zag mijn opa vorige week.
Wat hebt ge gedaan deze week?
Ik heb hem vorige week betaald.
Hoeveel dagen zitten er in een week?
Ik heb veel te doen deze week.
Hoeveel maal per week neemt ge een bad?
Ik had het vorige week niet druk.
Ik bezoek mijn grootmoeder twee keer per week.
- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
Ik heb het deze week erg druk gehad.
Hij was vorige week ziek.
Ze gaat een keer per week naar aerobics.
Haar moeder doet een keer per week aerobics.
De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.
Ik ben van plan om volgende week naar Europa te vertrekken.
Ik was voornemens de tempel vorige week te bezoeken.
Ze neemt eens per week kookles.
wat ze ongeveer eenmaal per week doen aan de voet van een boom.
Ze hebben vorige week de berg Fuji beklommen.
Zijn vader eet daar tweemaal per week.
Mijn rijbewijs vervalt volgende week.
Mijn rijbewijs vervalt volgende week.
Tom en Mary zijn vorige week uit elkaar gegaan.
Tot volgende week!
Ik dacht dat je zei dat je van de week in Boston zou zijn.
Vorige week heb ik u een brief gestuurd en vandaag stuur ik u er nog één.