Examples of using "Wróci" in a sentence and their dutch translations:
Bill komt volgende week terug.
Zou ik wachten tot ze weer komt?
Wanneer komt ze terug thuis?
Ik denk dat hij nooit meer zal terugkomen.
Laten we hier wachten totdat hij terugkomt.
Hij is over tien minuten terug.
Vader zal zeker om zeven uur terugkomen.
- Ik denk dat hij nooit meer zal terugkomen.
- Ik geloof dat hij nooit meer zal terugkomen.
Ik weet zeker dat ze snel terugkomt.
Laten wij hier wachten tot ze terugkomt.
Ik hoop dat vader gauw terugkomt uit het buitenland.
Maar ze moet doorlopen. Haar kudde moet de stad uit voor het ochtendverkeer begint.