Translation of "Kupiłem" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Kupiłem" in a sentence and their dutch translations:

- Kupiłem tamten samochód.
- Kupiłem tamto auto.

- Ik heb die auto gekocht.
- Ik kocht die auto.

Kupiłem książkę.

Ik kocht een boek.

Kupiłem nożyczki.

- Ik kocht een schaar.
- Ik heb een schaar gekocht.

Kupiłem samochód.

Ik heb een auto gekocht.

Kupiłem zegarek.

Ik heb een horloge gekocht.

- Kupiłem wczoraj czerwony samochód.
- Wczoraj kupiłem czerwony samochód.

Ik heb gisteren een rode auto gekocht.

Kupiłem czerwony samochód.

Ik heb een rode auto gekocht.

Kupiłem wełniany sweter.

Ik kocht een wollen trui.

Wczoraj kupiłem książkę.

- Gisteren heb ik een boek gekocht.
- Gisteren kocht ik een boek.

Kupiłem nowy samochód.

Ik kocht een nieuwe auto.

Już to kupiłem.

Ik heb het al gekocht.

Kupiłem dużo rzeczy.

Ik heb van alles gekocht.

Kupiłem Nintendo DS.

Ik heb een Nintendo DS gekocht.

Kupiłem 24 ołówki.

Ik kocht 24 potloden.

Kupiłem wczoraj książkę.

Gisteren heb ik een boek gekocht.

Kupiłem książkę o zwierzętach.

Ik heb een boek over dieren gekocht.

Kupiłem wczoraj czerwony samochód.

Ik heb gisteren een rode auto gekocht.

Kupiłem Tomowi hot doga.

Ik heb een hot dog voor Tom gekocht.

Kupiłem zegarek na rękę.

Ik heb een horloge gekocht.

Każdemu z nich kupiłem prezent.

Ik kocht ze elk een cadeau.

Kupiłem to w zeszłym tygodniu.

Ik heb het vorige week gekocht.

Kupiłem to za 10 dolarów.

Ik heb het gekocht voor tien dollar.

Nie pamiętam, gdzie to kupiłem.

- Ik weet niet meer waar ik het heb gekocht.
- Ik kan het me niet herinerren waar ik het heb gekocht.

Kupiłem książkę za dziesięć dolarów.

Ik heb het boek gekocht voor tien dollar.

Nie pamiętam, gdzie go kupiłem.

Ik kan mij niet herinneren waar ik het gekocht heb.

Kupiłem to w zeszłym roku.

Ik kocht dat vorig jaar.

Kupiłem ci długopis na urodziny.

Ik heb een pen als cadeau voor je verjaardag gekocht.

To aparat, który wczoraj kupiłem.

Dit is de camera die ik gisteren gekocht heb.

Kupiłem to za jakieś 12 dolarów.

Ik kocht het voor ongeveer twaalf dollar.

Wczoraj kupiłem nowy procesor na aukcji internetowej.

Gisteren heb ik een nieuwe processor gekocht op een internetveiling.

Wstąpiłem do księgarni i kupiłem interesującą książkę.

Ik ben even bij de boekwinkel langsgegaan en heb een interessant boek gekocht.

Kupiłem tylko jedną książkę, którą dałem studentowi.

Ik heb één enkel boek gekocht, dat ik aan een student gegeven heb.

Kupiłem książkę dla siebie, nie dla mojej żony.

Ik heb dit boek voor mijzelf gekocht, niet voor mijn vrouw.

Zamierzam pójść wymienić tę koszulę, którą wczoraj kupiłem.

Ik zou dit hemd willen inruilen, dat ik gisteren gekocht heb.

Kupiłem krawat dla Dana i kupię szal dla Eleny.

Voor Dan heb ik een stropdas gekocht, voor Elena koop ik een sjaal.

Nie mam odtwarzacza do płyt kompaktowych, ale i tak kupiłem tę płytę.

Ik heb geen cd-speler, maar ik heb de cd desondanks gekocht.