Examples of using "Powrócił" in a sentence and their dutch translations:
...keert een groene schildpad terug...
- De vrede kwam terug na drie jaar oorlog.
- De vrede keerde weer, na drie jaar oorlog.
- In 1900 verliet hij Engeland en kwam nooit weer terug.
- In 1900 vertrok hij uit Engeland en hij kwam nooit meer terug.