Examples of using "Opuścił" in a sentence and their dutch translations:
- Tom verliet de stad.
- Tom is de stad uit.
Tom verliet haastig het huis.
Het schip verliet de haven en werd nooit meer gezien.
- In 1900 verliet hij Engeland en kwam nooit weer terug.
- In 1900 vertrok hij uit Engeland en hij kwam nooit meer terug.