Examples of using "Już" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb me al verontschuldigd.
Ik heb al gegeten.
Het is al negen uur.
Kom op nou!
Ze zijn er al.
Kom op, hou me bij. Kom op.
- Heb je al geluncht?
- Hebt ge al gegeten deze middag?
Heb je het werk al af?
Ze is er bijna.
Hij was al weg.
Nu is het genoeg!
Sterf nu!
Het is al laat.
- Kom snel.
- Kom spoedig.
We hebben al gegeten.
Ga nu.
Ik kom.
Heb je gegeten?
Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
- Tom is al naar bed gegaan.
- Tom is al gaan slapen.
Heeft u al gekozen?
Heb je de krant van vandaag al gelezen?
Heb je ooit eens alcohol gedronken?
Daar gaan we.
Snel beslissen. Kom op.
Snel beslissen. Kom op.
Het bijt al.
Ik heb alles gezien en weet alles.
Ik heb mijn werk al af.
Het is al donker.
- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.
De baby kan lopen.
Ik ben wakker.
- Het is al zeven uur.
- Het is al 7 uur.
Hij heeft al ja gezegd.
Het is al 11 uur.
Ik kan niet meer!
Dit is het einde.
We hebben dit al een keer besproken.
Heeft u al besteld?
Laten we dan maar gaan!
Hij is al weg.
- Het is beter als je weggaat.
- Je kan maar beter gaan.
- De zon gaat al op.
- De zon komt al op.
- Bent u al klaar?
- Zijn jullie al klaar?
- Heb je al geluncht?
- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?
Ik wil het niet meer.
Kan ik eten?
Mag ik nu gaan?
Ik was al moe.
Ik heb het al gekocht.
Tom weet het al.
Ze wisten het al.
Ik heb al een plan.
We moeten gaan.
Je hebt de bagage al gepakt.
Schiet op, vertel!
Hebt ge al een bier gekregen?
Ik moet nu gaan.
Ik heb al gedineerd.
De tyfoon is voorbij.
Ik ben al laat.
Ben je al gewekt?
Het is al negen uur.
Het is al voorbij.
- Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
- Heeft u de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag al gelezen?
Ik heb je eerder al ergens gezien.
We zijn zo dicht bij het dorp.
Hij zal mijn geur al wel hebben opgepikt.
Maar dat weten jullie al.
Natuurlijk is er veel uitgeprobeerd --
De meeuwen raken verzadigd.
Maar wel door aanraking.
Haar boom raakt op.
We zijn met de bouw begonnen...
Ingenieurs begrijpen al erg veel
nou, ik heb mijn best gedaan.
hadden we al een tekort aan voorraden.
- Ben je al klaar met je huiswerk?
- Heb je je huiswerk al af?
Ik ben geen kind meer.
Je bent niet langer gewoon een kind.
Ben je klaar?
Hij is een grote jongen.
Ik heb je alles verteld.
Ik heb al geen zin meer.