Examples of using "Otwarte" in a sentence and their dutch translations:
Altijd geopend.
Hou de deur open.
Ik liet de deur open.
Het raam is open.
De deur is open.
De deur was open.
Hebt ge het venster opengelaten?
- Houd je ogen open.
- Houd uw ogen open.
- De ramen zijn open.
- De ramen staan open.
De deur is nu open.
Hij liet alle vensters openstaan.
- Komt u binnen, de deur is open.
- Kom binnen, de deur is open.
Is het museum vandaag open?
Ik heb de hele nacht het raam opengelaten.
- Iemand liet de ramen van het kantoor open.
- Iemand heeft de vensters van het kantoor opengelaten.
De laden van de archiefkast staan open.
Een deur moet of open zijn, of toe.
De doos was open en leeg.
En in samenlevingen die opener en vrijer zouden zijn dan China,
Is het museum vandaag open?