Examples of using "Niech" in a sentence and their dutch translations:
Eens kijken.
- Haal hem hierheen.
- Breng hem naar hier.
Lang leve de koning!
Vlieg!
- Verdoeme!
- Verdomme!
- Verdorie!
- Potverdorie!
- Verdraaid!
- Allemachtig!
- Stel een vraag!
- Vraag maar!
Eet alles.
Wacht niet.
Doe wat ge wilt.
Moge hij rusten in vrede!
- Bescherm me!
- Bescherm mij!
- Bescherm me.
- God zegene u.
- Moge God u zegenen.
Hoera!
Akkoord.
- Kom binnen!
- Komt u binnen!
- Wacht even!
- Wacht!
Zo een rotzooi!
- Laat me even nadenken.
- Laat me eens nadenken.
- Geef me de sleutel.
- Geeft u me de sleutel.
Laat hem uitspreken.
Vul de aanvraag in.
Ik hoop dat je volmondig 'ja' kunt zeggen.
We laten de zon zijn werk doen.
- Niets zeggen!
- Zeg niets.
Hou de deur open.
Laat de rechterhand niet weten wat de linker doet.
- Ga alsjeblieft.
- Ga alstublieft.
- Ga alsjeblieft weg.
- Ga alstublieft weg.
Verstop u niet onder het bed.
- Schiet alsjeblieft op.
- Schiet alstublieft op.
- Haast u alstublieft!
- Luister even.
- Luister goed.
- Adem normaal.
- Haal normaal adem.
- Adem normaal in.
- Bel de beveiliging!
- Bel de beveiliging.