Translation of "Numer" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Numer" in a sentence and their dutch translations:

Zapisałeś numer telefonu?

Heb je het telefoonnummer opgeschreven?

Wybrała zły numer.

- Ze belde het verkeerde nummer.
- Ze draaide het verkeerde nummer.

- Mój numer telefonu to 789.
- Numer mojego telefonu to 789.

Mijn telefoonnummer is 789.

Priorytet numer jeden: ogień.

Vuur is onze hoogste prioriteit.

To mój numer telefonu.

Hier is mijn telefoonnummer.

Chyba mam zły numer.

Het lijkt erop dat ik het verkeerde nummer heb.

Pojechałem autostradą numer 58.

Ik ben over de A58 gegaan.

Zapisałem jego numer telefonu.

Ik heb zijn telefoonnummer genoteerd.

Podaj mi swój numer telefonu.

Mag ik je telefoonnummer?

Jaki jest twój numer telefonu?

Wat is jouw telefoonnummer?

Jaki jest Twój numer telefonu?

Wat is jullie telefoonnummer?

Mój numer pokoju to 5.

- Ik heb kamer 5.
- Het nummer van mijn kamer is 5.

Daj mi swój numer telefonu.

Geef me je telefoonnummer.

Numer mojego telefonu to 789.

Mijn telefoonnummer is 789.

Możesz dać mi numer swojej komórki?

- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?

Moj numer telefonu to 9876-5432.

Mijn telefoonnummer is 9876-5432.

Jaki jest numer faksu tego hotelu?

Wat is het faxnummer van dit hotel?

Podaj mi proszę swój numer telefonu.

- Geeft u me alstublieft uw telefoonnummer.
- Geef me alsjeblieft je telefoonnummer.

Czy możesz podać mi swój numer telefonu?

Kun je me je telefoonnummer geven?

Czy ja mogę mieć twój numer telefonowy?

- Mag ik je telefoonnummer?
- Mag ik je nummer?

Mój numer telefonu to dwa, cztery, sześć, osiem.

Mijn telefoonnummer is twee, vier, zes, acht.

Czy może mi pan dać numer swojego telefonu komórkowego?

Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?

To mądre działanie na pustyni. Picie wody to priorytet numer jeden.

Wel zo slim in de woestijn. De eerste prioriteit is drinken.