Examples of using "Telefonu" in a sentence and their dutch translations:
Heb je het telefoonnummer opgeschreven?
Ik zoek mijn gsm.
Mijn telefoonnummer is 789.
Hier is mijn telefoonnummer.
Er is telefoon voor je.
Ik heb zijn telefoonnummer genoteerd.
- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.
We hebben geen vaste telefoonlijn meer.
Mag ik je telefoonnummer?
Wat is jouw telefoonnummer?
Wat is jullie telefoonnummer?
- Mag ik je telefoon gebruiken?
- Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Geef me je telefoonnummer.
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Mag ik je telefoon gebruiken?
Mijn telefoonnummer is 789.
Het is mij verboden deze telefoon te gebruiken.
Zou ik je telefoon mogen gebruiken?
Mijn telefoonnummer is 9876-5432.
- Geeft u me alstublieft uw telefoonnummer.
- Geef me alsjeblieft je telefoonnummer.
Kun je me je telefoonnummer geven?
"Mag ik je telefoon gebruiken?" "Uiteraard."
Hij is niet beschikbaar.
Mijn telefoonnummer is twee, vier, zes, acht.
Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
Hoe kunt u een laptop hebben, maar geen mobieltje?