Translation of "Lekarza" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Lekarza" in a sentence and their dutch translations:

Potrzebuję lekarza!

Ik heb een dokter nodig!

Natychmiast wezwali lekarza.

Ze stuurden er meteen een arts heen.

Idę do lekarza.

Ik ga naar de dokter.

Proszę wezwać lekarza.

Roep alstublieft een dokter.

Musisz iść do lekarza.

Je moet naar de dokter gaan.

- Potrzebuję lekarza!
- Potrzebuję doktora!

- Ik heb een dokter nodig.
- Ik heb een dokter nodig!

Wyglądasz blado. Mam wezwać lekarza?

Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?

Za poradą lekarza przestał palić.

Hij stopte met roken op advies van zijn dokter.

Mam umówioną wizytę u lekarza

Ik heb een afspraak met de dokter.

Uważam go za najlepszego lekarza w mieście.

Ik beschouwde hem als de beste dokter van de stad.