Examples of using "Wyglądasz" in a sentence and their dutch translations:
- Je ziet er prima uit.
- U ziet er prima uit.
- Jullie zien er prima uit.
Ge ziet er verveeld uit.
- Je ziet er jonger uit.
- Jij ziet er jonger uit.
- U ziet er jonger uit.
- Jullie zien er jonger uit.
Je ziet er dom uit.
- Je ziet er prachtig uit.
- U ziet er prachtig uit.
- Jullie zien er prachtig uit.
Je ziet er gezond uit.
Je ziet er moe uit.
Je ziet er slaperig uit.
Je ziet eruit als een dwaas.
- Ge ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet wat bleekjes vandaag.
Je ziet eruit als een aap.
- Je ziet er erg moe uit.
- U ziet er erg moe uit.
- Jullie zien er erg moe uit.
Je ziet er op een of andere manier anders uit.
Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?
Je ziet er goed uit met je korte haar.
“Je lijkt wel een toerist”. “Maar ik ben een toerist!”
Je ziet eruit als je oudere broer.
- Je ziet er moe uit.
- U ziet er moe uit.
Je gezicht ziet er bleekjes uit, is alles goed? Is het misschien niet verstandig om naar het ziekenhuis te gaan?