Translation of "Kask" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Kask" in a sentence and their dutch translations:

Kask.

Helm op.

Kask. Lina w dół.

Helm op. Touw naar beneden.

Owiążę ten kamień. Założę kask.

Om dit blok. Helm op.

Kask z głowy. Pójdę tą drogą.

Helm af. Ik ga lopen. Deze kant op.

Założę kask, a potem użyję świetlika.

Laten we onze helm opzetten... ...en dan kan ik een van deze gloeistaven gebruiken.

Przygotujmy się. Kask na głowę i idziemy.

Laten we dit klaarmaken. Helm op en gaan.