Examples of using " kask" in a sentence and their dutch translations:
Helm op.
Helm op. Touw naar beneden.
Om dit blok. Helm op.
Helm af. Ik ga lopen. Deze kant op.
Laten we onze helm opzetten... ...en dan kan ik een van deze gloeistaven gebruiken.
Laten we dit klaarmaken. Helm op en gaan.