Examples of using "Chłopakiem" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben een jongen.
Ik wil je vaste vriend worden.
Ik werk met haar vriend.
Ik was de eerste vriend van jouw moeder.
Tom was mijn eerste vaste vriend.
Tom was mijn vaste vriend.
Tom is mijn vriend.
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.