Translation of "Buty" in Dutch

Proszę zdjąć buty.

Doe uw schoenen uit, alstublieft.

Wysusz te buty!

Lucht die schoenen!

Chciałem czerwone buty.

Ik wilde rode schoenen.

Ma brązowe buty.

Zijn schoenen zijn bruin.

Natychmiast włożyłem buty.

Ik heb meteen mijn schoenen aangetrokken.

- Zatrzymał się, by włożyć buty.
- Zatrzymał się, żeby włożyć buty.

Hij is gestopt om zijn schoenen aan te doen.

Moje buty są brązowe.

Mijn schoenen zijn bruin.

Czy sprzedajecie sportowe buty?

Verkoopt u sportschoenen?

Chciałem mieć czerwone buty.

Ik wilde rode schoenen.

Czyje to są buty?

Wiens schoenen zijn dit?

Chcę kupić jakieś buty narciarskie.

Ik wil skischoenen kopen.

Te buty należą do niej.

Deze schoenen zijn van haar.

Gdzie pan kupił te buty?

- Waar hebt ge die schoenen gekocht?
- Waar heeft u deze schoenen gekocht?

Te buty są ze skóry.

De schoenen zijn van leer.

Te buty należą do Tom'a.

Deze schoenen zijn van Tom.

Twoje buty są tutaj. Gdzie są moje?

Uw schoenen zijn hier. Waar zijn de mijne?

Moje buty są za małe. Potrzebuję nowych.

- Mijn schoenen zijn te klein, ik heb er nieuwe nodig.
- Mijn schoenen zijn te klein. Ik heb nieuwe nodig.

Twoje buty nie pasują do tego stroju.

Je schoenen passen niet bij dat pak.

Mam wrażenie, że widziałam już gdzieś te buty.

Ik heb het gevoel dat ik die schoenen al eerder ergens heb gezien.

Tom musi kupić nowe buty, bo stare są już znoszone.

Tom moet nieuwe schoenen kopen, want zijn oude zijn al versleten.