Examples of using "Zucchero" in a sentence and their dutch translations:
- Hoeveel suiker heb je gekocht?
- Hoeveel suiker hebben jullie gekocht?
- Hoeveel suiker hebt u gekocht?
We hebben geen suiker.
We hebben geen suiker meer.
Melk? Suiker?
- Had u graag suiker en melk?
- Had je graag suiker en melk?
- Voeg je geen suiker toe?
- Doe je er geen suiker bij?
Wil je wat suiker?
Geef me alsjeblieft de suiker.
Ik wil geen suiker.
We hebben geen suiker.
Wil je wat suiker?
Is er nog suiker?
Suiker lost op in water.
Doe geen suiker in de koffie.
Suiker is zoet.
- Voeg je geen suiker toe?
- Doe je er geen suiker bij?
Er is hier geen suiker.
Dit is geen suiker.
- Voeg je geen suiker toe?
- Doe je er geen suiker bij?
Hij houdt van koffie zonder suiker.
Ik drink thee zonder suiker.
Mieren houden van suiker.
Ik kan geen koffie drinken zonder suiker.
Ik kan geen koffie drinken zonder suiker.
U doet geen suiker in uw koffie.
Zij doen geen suiker in hun koffie.
Tom doet bijna nooit suiker in zijn koffie.
We doen zelden suiker in onze koffie.
Ze doen zelden suiker in hun koffie.
Geef je me een marshmallow zonder suiker?
Ik doe geen suiker in mijn koffie.
Ons land produceert veel suiker.
Ze bracht me een kopje thee zonder suiker.
Alle suiker is op de grond gevallen.
- Hij houdt van koffie zonder suiker drinken.
- Hij drinkt graag koffie zonder suiker.
Doet Tom suiker in zijn thee?
Suiker verving honing als zoetstof.
Ik ben niet gewend om koffie zonder suiker te drinken.
Tom heeft te veel suiker in mijn koffie gestopt.
Hij voegde een beetje suiker en melk aan zijn thee toe.
Ze bracht me een kopje thee zonder suiker.
Voeg 80 gram suiker toe en wat Grand Marnier.
Ooit koop ik een suikerspinmachine.
We hebben meel, suiker en eieren nodig om deze taart te bakken.
- Ik hoorde dat er onlangs een suikerspinwinkel geopend werd. Laten we gaan, jongens.
- Ik heb gehoord dat er een suikerspinzaak net geopend werd. Laten we gaan jongens.
Klop het eiwit op met de rest van de suiker, en voeg er daarna beetje bij beetje de likeur aan toe.