Examples of using "Sposare" in a sentence and their dutch translations:
Hij wil met mijn dochter trouwen.
Wil je met me trouwen?
Ik heb drie dochters uit te huwelijken.
Tom had niet met Mary moeten trouwen.
Ze besloot met Tom te trouwen.
De man met wie ze gaat trouwen is een astronaut.
Tom wil met Mary trouwen.
Tom wil niet met me trouwen.
Tom wilde niet met me trouwen.
Tom en ik willen trouwen.
Tom wilde met me trouwen.
Tom zei dat hij met me wil trouwen.
Ik kan niet zonder toestemming van mijn ouders trouwen.
Het is jammer dat hij niet met haar kan trouwen.