Examples of using "Figlia" in a sentence and their dutch translations:
Is Maria jouw dochter?
Hoe gaat het met je dochter?
- Hij had één dochter.
- Hij had een dochter.
Dit is mijn dochter.
Wat is de naam van uw dochter?
Hij wil met mijn dochter trouwen.
Ze heeft een dochter die pianiste is.
Ik heb een jonge dochter.
Ze heeft een dochter die pianiste is.
Ik heb een dochter.
- Hij had één dochter.
- Hij had een dochter.
Mijn dochter is nog maar een kind.
Mijn dochter is maar vier jaar oud.
Mijn dochter heeft een denkbeeldige vriend.
- Ze heeft een dochter genaamd Mary.
- Ze heeft een dochter die Mary heet.
Zo moeder, zo dochter.
Hoeveel weegt je dochter?
Dit is mijn dochter.
Mijn dochter is blond.
Mary is mijn dochter.
Hoe gaat het met je dochter?
- Jouw dochter is geen kind meer.
- Jullie dochter is geen kind meer.
- Uw dochter is aan de drugs.
- Je dochter gebruikt drugs.
Ik kijk tv met mijn dochter.
- Tom trouwde met de dochter van Mary.
- Tom trouwde met Mary haar dochter.
- Tom trouwde met Mary's dochter.
Ze is trots op haar dochter.
Zijn dochter wil advocaat worden.
Mijn dochter lijdt aan osteoporose.
Mijn dochter wil een piano.
Tom leest voor aan zijn dochter.
- Hoe heet jouw dochter?
- Hoe heet hun dochter?
- Hoe heet uw dochter?
- Wat is de naam van uw dochter?
- Ze is ook jouw dochter.
- Ze is ook uw dochter.
Ik kan onze dochter niet alleen grootbrengen.
Ik ben enig kind.
en de dochter zegt zo tactvol mogelijk:
- Uw dochter is aan de drugs.
- Je dochter gebruikt drugs.
Mijn dochter gaat in juni trouwen.
De waarheid is de dochter van de tijd.
Tom en Mary hebben een dochter.
- Mijn dochter is nog een kind.
- Mijn dochter is nog maar een kind.
Maria is mijn geadopteerde dochter.
Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.
Julia geeft een kus aan haar dochter.
- Tom heeft een dochter van dertien.
- Tom heeft een dertienjarige dochter.
Ik ken mijn dochter beter dan wie dan ook.
Beyoncé en Jay-Z noemden hun dochter Blue Ivy.
Hun dochter beweert monsters te zien.
Hun oudste dochter is nog niet getrouwd.
Tom kocht een cadeau voor zijn dochter.
en zijn dochter als patent-hervormende advocate.
Ze kon haar dochter er niet van weerhouden om uit te gaan.
Ze kon haar dochter er niet van weerhouden om uit te gaan.
Zijn dochter is uit al haar oude kleren gegroeid.
met haar dochter van middelbare leeftijd naast haar
Sinds mijn dochter geboren is, heb ik geen tijd meer.
Ons kind heeft een kat.
ik heb een volwassen, briljante, gelukkige, prachtige dochter.
Ze noemde hun baby Jane.
Een nicht is de dochter van je broer of van je zuster.
In hetzelfde jaar trouwde Ney met Aglaé-Louise Auguié, een vriend van Josephine's dochter Hortense,
Ze koopt een stuk speelgoed voor haar kind.
- "Heb je broers of zussen?" "Nee, ik ben enig kind."
- "Heb je broers of zussen?" "Neen, ik ben enig kind."
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.