Examples of using "Macchine" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb drie camera's.
Hij repareert machines in Duitsland.
Jij hebt drie auto's.
- Ik bezit 3 fototoestellen.
- Ik heb drie fototoestellen.
Die machines werken nu niet.
Pas op voor auto's als je de straat oversteekt.
Jimmy weet alles over auto's.
Tom heeft drie camera's.
Ik heb twee auto's.
dan van piepkleine auto's en een reusachtige overheid.
Japan produceert veel goede camera’s.
Pas op voor auto's als je de straat oversteekt.
Jij hebt drie auto's.
Hij heeft twee auto's.
Ik heb twee auto's.
- Waarom heb jij twee auto's?
- Waarom hebt u twee auto's?
- Waarom heb jullie twee auto's?
Ik ben dol op auto's.
Tom heeft drie auto's.
Enkele mensen hebben twee auto's.
Geen enkele van de auto's is van mij.
Duitse auto's zijn erg populair.
De wegen staan vol met auto's.
Japanse auto’s zijn erg populair.
- Felipe heeft twee auto's en een motorfiets.
- Felipe heeft twee auto's en één motor.
Deze fabriek produceert 500 auto's per dag.
De weg is te smal voor auto's.
Zij denkt dat Europese auto's beter zijn dan Amerikaanse auto's.
De plotselinge toename van auto's zorgt elke dag voor een groot aantal verkeersongelukken.