Translation of "L'argomento" in Dutch

- Qual è l'argomento della tua lezione?
- Qual è l'argomento della sua lezione?
- Qual è l'argomento della vostra lezione?

Wat is het onderwerp van je lezing?

- L'argomento vale la pena di essere discusso.
- Vale la pena discutere l'argomento.

- Het loont de moeite dit onderwerp te bespreken.
- Het is de moeite waard dit onderwerp te bespreken.

Ecco perché ho tirato fuori l'argomento.

- Daarom bracht ik het ter sprake.
- Dat is waarom ik het ter sprake bracht.

Sapevamo di dover cambiare prontamente l'argomento della discussione

Zij en ik wisten hoe het gesprek snel op andere onderwerpen te brengen.

- Il soggetto è diverso.
- L'argomento è un altro.

Het onderwerp is anders.

Questo era l'argomento della rivista Time dello scorso novembre.

Dit was het afgelopen novembernummer van Time Magazine.