Examples of using "Szobában" in a sentence and their dutch translations:
Er was niemand in de kamer.
Er was niemand in de kamer.
Ze zijn beiden in de kamer.
Hij was alleen in de kamer.
Speel niet met de bal op de kamer.
- Ze zijn beiden in de kamer.
- Ze zijn allebei in de kamer.
Ik heb iets in de kamer achtergelaten.
Er zijn geen stoelen in deze kamer.
Lezen in een donkere kamer is niet goed.
Er zijn geen stoelen in deze kamer.
Het is donker in deze kamer.
Er zijn geen stoelen in deze kamer.
Er was niemand in de kamer.
Hij was de enige in de kamer.
Tom was alleen in de kamer.
- Je kunt hier in deze kamer lunchen.
- Jullie kunnen hier in deze kamer lunchen.
Het was donker en koud in de kamer.
Roken is in dit vertrek niet toegestaan.
Ik wist wat er in de andere kamer was.
Ze waren de hele nacht met mij in die kamer.
Ze slapen in aparte kamers, hoewel ze getrouwd zijn.
In de hotelkamer lag een watermeloen op tafel.
- In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
- Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.
De kamer was zo donker dat we op de tast naar de deur moesten gaan.
Je mag in deze kamer niet roken.
In de kamer staan bedden, vastgeschroefd aan de vloer. Daarop zitten en liggen mensen in blauwe ziekenhuiskleding en net als vroeger met mutsjes op. Dat zijn de gekken.