Examples of using "Magányosnak" in a sentence and their dutch translations:
- Ze ziet er eenzaam uit.
- Ze lijkt eenzaam.
Ze zag er eenzaam uit.
Ik voelde me alleen.
- Tom zag er eenzaam uit.
- Tom leek eenzaam.
Tom voelde zich eenzaam.
...elke keer... ...als ik me eenzaam voelde...