Examples of using "érezte" in a sentence and their dutch translations:
Ze voelde zich slecht.
- Hij voelde zich ongemakkelijk.
- Hij voelde zich niet lekker.
Ze voelde zich ziek.
Tom voelde zich gelukkig.
Tom voelde zich als een dwaas.
Tom voelde zich veilig.
Tom voelde zich vreselijk.
Tom voelde zich zwak.
- Tom voelde zich ongemakkelijk.
- Tom voelde zich niet op zijn gemak.
Tom voelde zich moe.
Tom voelde zich ziek.
Tom voelde zich eenzaam.
Tom voelde zich hongerig.
Tom voelde zich vernederd.
Tom voelde zich gelukkig.
Tom voelde zich vervolgd.
Tom voelde zich schuldig.
- Tom voelde zich geweldig.
- Tom voelde zich fantastisch.
Tom voelde zich gefrustreerd.
Tom had een leuke tijd in Boston.
Ze voelde zich een beetje moe.
Tom dacht dat hij ging sterven.
Hij voelde zich moe.
Tom voelde zich verantwoordelijk.
Ze kan door een kleine scheur heen. En de krab lijkt haar te voelen...