Examples of using "Fura" in a sentence and their dutch translations:
Hij is een vreemd persoon.
- Je bent vreemd.
- U bent vreemd.
- Jullie zijn vreemd.
Het is vreemd, Kusturica.
- Wat voor een rare hond!
- Wat voor een raar hondje!
Hij heeft vreemde ideeën.
Hij is een vreemd persoon.
Tom is raar.
Waarom ben je zo raar?
Dat is vreemd.
Deze yoghurt smaakt vreemd.
Ik weet nog dat ik dacht dat het heel vreemd was
Wat is het leven raar!