Examples of using "Apádat" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb uw vader gezien.
- Ik heb je vader gezien.
- Ik heb jullie vader gezien.
- Hou je van je vader?
- Houd je van je vader?
- Houden jullie van jullie vader?
- Houdt u van uw vader?
Ik ken je vader.
Ik ken je vader heel goed.
- Hou op met uw vader te storen.
- Stop met je vader lastig te vallen.
- Hou op met je vader te storen.
- Ik ken jouw vader zeer goed.
- Ik ken je vader heel goed.