Examples of using "égen" in a sentence and their dutch translations:
Vogels vliegen in de lucht.
Sterren stralen aan de hemel.
Een wolk dreef door de lucht.
Je kon geen ster aan de hemel zien.
- We hebben een vreemd object in de lucht gezien.
- We zagen een vreemd object in de lucht.
De vogels vliegen hoog in de lucht.
Een vogel vloog hoog in de lucht.
Gisteravond zag hij een ufo in de lucht.
Een witte wolk drijft in de blauwe lucht.
Enkele sterren verschenen aan de nachtelijke hemel.
Er staan zoveel sterren aan de hemel, ik kan ze niet allemaal tellen.
Komeet Halley verschijnt eens in de 76 jaar.