Examples of using "Zufall" in a sentence and their dutch translations:
Het was niet meer dan een toeval.
Wat een toeval!
Hij liet alles aan het toeval over.
- Wat een vreemd toeval!
- Wat een merkwaardig toeval!
Het zou toeval kunnen zijn.
Hij laat alles over aan het toeval.
Dat moet toeval zijn.
Dat was beslist een toeval.
Dat zou toeval kunnen zijn.
Zoiets gebeurt niet toevallig.
Toeval bestaat niet!
en het tot stand komen van onze Maan op deze manier
Iedere gelijkenis met werkelijk bestaande personen, levend of dood, is puur toeval.
Het was puur toeval dat Mary en ik op dezelfde trein zaten.
De Amerikaanse gebarentaal lijkt door een historisch toeval meer op de Franse gebarentaal dan op de Britse.