1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. White

Translation of "White" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "White" in a sentence and their dutch translations:

Herr White ging nach Kanada.

Meneer White ging naar Canada.

- Herr White hat ungefähr mein Alter.
- Herr White ist ungefähr in meinem Alter.

Meneer White is ongeveer van mijn leeftijd.

Herr White ist ein vernünftiger Mensch.

Meneer White is een verstandige mens.

Herr White hat ungefähr mein Alter.

Meneer White is ongeveer van mijn leeftijd.

Sie ernannten Herrn White als Chef.

Ze hebben meneer White als manager aangesteld.

Der Garten von Herrn White ist groß.

Meneer White's tuin is groot.

Jack White und Karen Elson sind geschieden.

Jack White en Karen Elson zijn gescheiden.