Examples of using "Chef" in a sentence and their dutch translations:
- De Chef!
- De baas!
- Oké, chef!
- Oké, baas!
- Alles in orde, baas!
Mijn baas is een klootzak.
Waar is de baas?
Hij is mijn baas.
- Ik ben je baas.
- Ik ben uw baas.
- Ik ben jullie baas.
Tom is mijn baas.
Wie is hier de baas?
Mijn chef is afkomstig uit Israël.
Ben jij de nieuwe chef?
Mijn baas drinkt heel veel koffie.
Tom is mijn baas niet.
Onze baas verdraagt geen tegenspraak.
Breng me naar jullie leider.
De baas heeft zijn personeel berispt.
Ze hebben meneer White als manager aangesteld.
- Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.
- Mijn baas werd gedwongen ontslag te nemen.
Ik heb met mijn baas geslapen.
De chef is de schuld van alles.
Ik ben bang voor mijn baas.
Wie is de baas van dit bedrijf?
- Geef je je baas een kerstcadeau?
- Geeft u uw baas een kerstcadeau?
- Geven jullie je baas een kerstcadeau?
Je praat alsof je de baas bent.
Maria vroeg haar baas om opslag.
U bent de nieuwe chef, nietwaar?
- Heb je een goede verstandhouding met je baas?
- Kun je goed opschieten met je baas?
Mijn baas nodigde me uit voor een etentje.
Ik liet hem zien wie de baas is.
Hij is mijn baas.
Toen ik 22 was, werd ik verliefd op mijn baas.
Waarschijnlijk gaat de baas je naar Californië sturen.
Tom werkt als zelfstandige, om geen baas te hebben.
Hij doet alsof hij enthousiast is wanneer zijn baas in de buurt is.
Onze baas deed ons werken van 's morgens tot 's avonds.
Wie zamelt het geld in voor het geschenk aan de baas?
De directeur kijkt de werknemers erop aan dat het bedrijf failliet is gegaan.
Het is onbeleefd om in het openbaar je baas voor gek te zetten.
Later in 1809 verving Soult maarschalk Jourdan als de belangrijkste militaire adviseur van koning Joseph
Ik heb het lef niet om mijn baas te vragen of ik zijn auto mag lenen.
Je had behoorlijk wat lef om de baas zo het hoofd te bieden.
Ik heb het lef niet om mijn baas te vragen of ik zijn auto mag lenen.
Doc was ook blij met de aanwezigheid van Sneeuwwitje, omdat hij nu met iemand over psychoanalyse kon praten.
Tom is de leider.
Je hebt de leiding toch?
"Onze baas heeft aangedrongen op die prijs," legde de verkoopster uit. "Maar weet u, u hoeft me geen 0,99 in kopeken te betalen. U mag meer betalen als u wilt."