Examples of using "Verspäten" in a sentence and their dutch translations:
We gaan te laat komen.
Tom zal te laat zijn.
Ik zal niet te laat komen.
Ik ben misschien laat.
In het vervolg zal ik proberen op tijd te komen.
We gaan te laat komen.
Tom heeft gebeld om te zeggen dat hij te laat zal zijn.
- We kunnen beter een tandje bijzetten, anders zijn we te laat.
- We kunnen beter wat opschieten, anders zijn we te laat.
Zij beloofde niet opnieuw te laat te komen.