Examples of using "Hilf" in a sentence and their dutch translations:
Help!
- Help me.
- Help!
- Help mij!
- Help me!
Help!
Help me.
Help ons!
Help Tom, alstublieft.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Hulp!
- Help me.
- Help mij!
Snel. Help mij.
Help me, Tom.
Kom hier en help me.
Kom me helpen.
Kom en help ons.
Help me Tom te vinden.
Help!
Help iedereen die het nodig heeft.
Help mij dit te drukken.
- Kom naar hier en help mee.
- Kom en help een handje.
Help me met mijn huiswerk.
Kom hier en help me.
Help iedereen die het nodig heeft.
- Help jezelf en de hemel zal je helpen.
- Help jezelf en God zal je helpen.
Help hem als hij het druk heeft.
Help me alsjeblieft een handje met mijn huiswerk.
Help mij, en ik zal jou helpen.
Help me alsjeblieft in de keuken.
Help me deze steen te verplaatsen.
Help me andere mensen te helpen.
- Help mij a.u.b.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Help mij a.u.b.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Helpen jullie Tom, alsjeblieft.
- Help Tom a.u.b.
- Help Tom, alstublieft.
- Help ons.
- Help ons!
Help jezelf en God zal je helpen.
Help Tom!
Help ons alstublieft!
- Help degenen die zichzelf niet kunnen helpen.
- Help hen die zichzelf niet kunnen behelpen.
- Help me in plaats van te dagdromen!
- Hou op met dagdromen en help me!
Kom me helpen.
Iemand, help me a.u.b.
Blijf hier en help me!
Help me even met de koffers.